Mediator

Archetype 7 Mediator

Mediators moeten in staat zijn om:

  • Persoonlijke hulp, medische zorg, emotionele steun of andere persoonlijke zorg te bieden aan anderen, zoals collega’s, klanten of patiënten.
  • Constructieve en coöperatieve werkrelaties met anderen op te bouwen en deze in de loop van de tijd te onderhouden.
  • Optreden voor mensen of rechtstreeks met het publiek omgaan. Dit omvat het bedienen van klanten in restaurants en winkels, en het ontvangen van cliënten of gasten.
  • Klachten afhandelen, geschillen beslechten en grieven en conflicten oplossen, of anderszins met anderen onderhandelen.

Beheerder

Archetype 1 Administrator

Elke beheerder zou moeten uitblinken in:

  • Het verstrekken van informatie aan leidinggevenden, collega’s en ondergeschikten, evenals het communiceren met mensen buiten de organisatie, en het vertegenwoordigen van de organisatie bij klanten, het publiek, de overheid en andere externe bronnen. Deze informatie kan persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of per e-mail worden uitgewisseld.
  • Het bijhouden van informatiebestanden en het verwerken van papierwerk.
  • Het werven, interviewen, selecteren, aannemen en promoten van medewerkers binnen een organisatie, en hen ertoe aanzetten samen te werken om taken uit te voeren door wederzijds vertrouwen, respect en samenwerking te stimuleren en op te bouwen.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Maatschappelijk werkers in de gezondheidszorg

  • Samenwerken met andere professionals voor het evalueren van de medische of fysieke conditie van patiënten en voor het beoordelen van de behoeften van cliënten.
  • Kindermishandeling of -verwaarlozing onderzoeken en indien nodig geautoriseerde beschermende maatregelen nemen.
  • Patiënt, cliënt of familie verwijzen naar hulpbronnen in de gemeenschap om te helpen herstellen van een psychische of fysieke ziekte en om toegang te bieden tot diensten zoals financiële hulp, juridische hulp, huisvesting, arbeidsbemiddeling of onderwijs.
  • Cliënten en patiënten begeleiden in individuele en groepssessies om hen te helpen afhankelijkheden te overwinnen, te herstellen van ziekte en zich aan te passen aan het leven.
  • Ondersteunende groepen organiseren of familieleden begeleiden om hen te helpen de cliënt of patiënt te begrijpen, met hem of haar om te gaan en hem of haar te ondersteunen.
  • Pleiten voor cliënten of patiënten bij het oplossen van crises.
  • Belemmeringen in de omgeving voor de vooruitgang van cliënten of patiënten identificeren door middel van interviews en het beoordelen van patiëntendossiers.
  • Consultatiegegevens en ervaring met maatschappelijk werk gebruiken voor het plannen en coördineren van de zorg en revalidatie van cliënten of patiënten, en dit doorzetten om de doeltreffendheid van de dienstverlening te waarborgen.