Mentor

Archetype 2 Mentor

Van elke mentor wordt verwacht dat hij/zij goed presteert in:

  • Het identificeren van de ontwikkelingsbehoeften van anderen en het coachen, begeleiden of anderszins helpen van anderen om hun kennis of vaardigheden te verbeteren.
  • Het bieden van begeleiding en sturing aan ondergeschikten, inclusief het stellen van prestatienormen en het monitoren van prestaties.
  • Het overtuigen van anderen om een ​​idee te accepteren of om anderszins van gedachten te veranderen of te handelen in overeenstemming met de bedrijfsdoelstellingen.
  • Het identificeren van de opleidingsbehoeften van anderen, het ontwikkelen van formele opleidings- of trainingsprogramma’s of -lessen, en het lesgeven of instrueren van anderen.

Supervisor

Archetype 10 Supervisor

Elke supervisor zou moeten uitblinken in:

  • Het monitoren en beoordelen van informatie uit materialen, gebeurtenissen of de omgeving.
  • Het detecteren of beoordelen van reële of potentiële problemen.
  • Het monitoren en controleren van middelen en het toezicht houden op de besteding van geld.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Docenten en leraren verpleegkunde, postsecundair

  • Begeleiden van junior en adjunct faculteitsleden.
  • Initiëren, faciliteren en modereren van discussies in de klas.
  • Voorbereiden en geven van lezingen aan bachelor- of masterstudenten over onderwerpen zoals farmacologie, geestelijke gezondheidszorg en praktijken in de gezondheidszorg in de gemeenschap.
  • Op de hoogte blijven van ontwikkelingen in het vakgebied door actuele literatuur te lezen, met collega’s te praten en deel te nemen aan professionele conferenties.
  • Cursusmateriaal voorbereiden, zoals syllabi, huiswerkopdrachten en uitdeelmateriaal.
  • Toezicht houden op laboratorium- en klinische werkzaamheden van studenten.
  • Evalueren en beoordelen van klassikaal werk, laboratorium- en kliniekwerk, opdrachten en papers van studenten.
  • Samenwerken met collega’s bij het aanpakken van onderwijs- en onderzoekskwesties.
  • Plannen, evalueren en herzien van curricula, cursusinhoud, cursusmateriaal en instructiemethoden.
  • Beoordelen van klinische onderwijsbehoeften en onderwijsbehoeften van patiënten en cliënten met behulp van verschillende methoden.
  • Examens samenstellen, afnemen en beoordelen, of dit werk aan anderen toewijzen.