Ambachtsman

Grote ambachtslieden zijn doorgaans in staat om:
- Handen en armen te gebruiken bij het hanteren, installeren, positioneren en verplaatsen van materialen.
- Nauwkeurig en vakkundig kleine voorwerpen te manipuleren.
- Actief en proactief te zijn bij fysieke activiteiten waarbij u uw armen en benen intensief moet gebruiken en uw hele lichaam moet bewegen, zoals klimmen, tillen, balanceren, lopen, bukken en het hanteren van materialen.
Controller

Van controllers wordt verwacht dat ze goed zijn in:
- Het bedienen van productiesystemen door middel van besturingsmechanismen of directe fysieke activiteit.
- Het werken met handbediende industriële machines en elektrisch gereedschap.
- Het bedienen van knoppen, hendels en fysieke of aanraakgevoelige knoppen in industriële apparaten.
- Het besturen, manoeuvreren, navigeren of besturen van voertuigen of gemechaniseerde apparatuur, zoals vorkheftrucks, personenauto’s, vliegtuigen of vaartuigen.
Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Zeilers en oliemannen van scheepsmotoren
- Het onderhouden van door de overheid afgegeven certificeringen, indien vereist.
- Het neerlaten en bemannen van reddingsboten in noodsituaties.
- Bij het stuurwiel staan wanneer schepen op de automatische piloot staan en de nauwkeurigheid van de koersen controleren met behulp van magnetische kompassen.
- Schepen besturen onder leiding van commandanten of navigatieofficieren of stuurlieden instrueren om te sturen, waarbij de aangewezen koersen worden gevolgd.
- Het hanteren van lijnen om schepen aan kades af te meren, om schepen aan andere schepen vast te maken of om sleeplijnen op te tuigen.
- De wacht houden in de boeg of op de brug van schepen op zoek naar obstakels op de route van een schip of om navigatiehulpmiddelen, zoals boeien of vuurtorens, te lokaliseren.
- De wacht houden op de loopplank om te voorkomen dat onbevoegde personen aan boord van schepen gaan terwijl ze in de haven liggen.
- Reddingsboten of reddingsbootuitrusting reviseren en reddingsboten neerlaten of optillen met lieren of vallen.
- Het bedienen, onderhouden of repareren van scheepsuitrusting, zoals lieren, kranen, boortorens of wapensystemen.
- Machines, apparatuur of motoren smeren onderdelen, zoals tandwielen, assen of lagers.