Ambachtsman

Archetype 9 Artisan

Grote ambachtslieden zijn doorgaans in staat om:

  • Handen en armen te gebruiken bij het hanteren, installeren, positioneren en verplaatsen van materialen.
  • Nauwkeurig en vakkundig kleine voorwerpen te manipuleren.
  • Actief en proactief te zijn bij fysieke activiteiten waarbij u uw armen en benen intensief moet gebruiken en uw hele lichaam moet bewegen, zoals klimmen, tillen, balanceren, lopen, bukken en het hanteren van materialen.

Controller

Archetype 4 Controller

Van controllers wordt verwacht dat ze goed zijn in:

  • Het bedienen van productiesystemen door middel van besturingsmechanismen of directe fysieke activiteit.
  • Het werken met handbediende industriële machines en elektrisch gereedschap.
  • Het bedienen van knoppen, hendels en fysieke of aanraakgevoelige knoppen in industriële apparaten.
  • Het besturen, manoeuvreren, navigeren of besturen van voertuigen of gemechaniseerde apparatuur, zoals vorkheftrucks, personenauto’s, vliegtuigen of vaartuigen.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Landschapsarchitecten en terreinbeheerders

  • Het bedienen van voertuigen of gemotoriseerde apparatuur, zoals grasmaaiers, tractoren, voertuigen met twee assen, sneeuwruimers, kettingzagen, elektrische snoeischaren, graszodensnijders of snoeizagen.
  • Het maaien of afwerken van gazons met behulp van elektrische grasmaaiers of kantensnijders.
  • Het scheppen van sneeuw van paden, opritten of parkeerplaatsen en het strooien van zout in die gebieden.
  • Het verzorgen van bestaande gazons door mulchen, beluchten, wieden, rooien, het verwijderen van vilt, of het trimmen of afwerken van randen rond bloembedden, paden of muren.
  • Het gebruiken van handgereedschap, zoals scheppen, harken, snoeizagen, zagen, heggenscharen of bosmaaiers, of bijlen.
  • Het snoeien of trimmen van bomen, struiken of heggen, met behulp van scharen, snoeischaren of kettingzagen.
  • Het verzamelen en verwijderen van afval.
  • Het onderhouden of repareren van gereedschappen, apparatuur of constructies, zoals gebouwen, kassen, hekken of banken, met behulp van hand- of elektrisch gereedschap.
  • Het mengen en het sproeien of verspreiden van meststoffen, herbiciden of insecticiden op gras, struiken of bomen, met behulp van handmatige of automatische sproeiers of strooiers.