Mentor

Archetype 2 Mentor

Van elke mentor wordt verwacht dat hij/zij goed presteert in:

  • Het identificeren van de ontwikkelingsbehoeften van anderen en het coachen, begeleiden of anderszins helpen van anderen om hun kennis of vaardigheden te verbeteren.
  • Het bieden van begeleiding en sturing aan ondergeschikten, inclusief het stellen van prestatienormen en het monitoren van prestaties.
  • Het overtuigen van anderen om een ​​idee te accepteren of om anderszins van gedachten te veranderen of te handelen in overeenstemming met de bedrijfsdoelstellingen.
  • Het identificeren van de opleidingsbehoeften van anderen, het ontwikkelen van formele opleidings- of trainingsprogramma’s of -lessen, en het lesgeven of instrueren van anderen.

Inspecteur

Archetype 6 Inspector

Inspecteurs moeten goed zijn in:

  • Het schatten van afmetingen, afstanden en hoeveelheden; of het bepalen van de benodigde tijd, kosten, middelen of materialen voor het uitvoeren van een werkactiviteit.
  • Het observeren, ontvangen en anderszins verkrijgen van informatie uit alle relevante bronnen.
  • Het identificeren van informatie door te categoriseren, te schatten, verschillen of overeenkomsten te herkennen en veranderingen in omstandigheden of gebeurtenissen te detecteren.
  • Het inspecteren van apparatuur, constructies of materialen om de oorzaak van fouten of andere problemen of defecten te identificeren.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Wetgevers

  • Analyseren en begrijpen van de lokale en nationale implicaties van voorgestelde wetgeving.
  • Het benoemen van genomineerden voor leiderschapsfuncties, of het goedkeuren van dergelijke benoemingen.
  • Overleggen met collega’s voor het formuleren van standpunten en strategieën met betrekking tot lopende kwesties.
  • Expertise ontwikkelen in onderwerpen die verband houden met commissieopdrachten.
  • Op de hoogte blijven van de kwesties die kiezers aangaan door persoonlijke bezoeken en telefoontjes te brengen, lokale kranten te lezen en lokale uitzendingen te bekijken of te beluisteren.
  • Kennis behouden van relevante nationale en internationale actuele gebeurtenissen.
  • Onderhandelen met collega’s of leden van andere politieke partijen om uiteenlopende belangen te verzoenen en beleid en overeenkomsten op te stellen.
  • Concepten van amendementen, overheidsbeleid, wetten, regels, voorschriften, begrotingen, programma’s en procedures voorbereiden.
  • De zorgen van kiezers of het grote publiek lezen en beoordelen en bepalen of overheidsmaatregelen nodig zijn.
  • Hun partijen vertegenwoordigen in onderhandelingen met politieke bestuurders of leden van andere partijen, en bij het spreken met de media.