Mediator

Archetype 7 Mediator

Mediators moeten in staat zijn om:

  • Persoonlijke hulp, medische zorg, emotionele steun of andere persoonlijke zorg te bieden aan anderen, zoals collega’s, klanten of patiënten.
  • Constructieve en coöperatieve werkrelaties met anderen op te bouwen en deze in de loop van de tijd te onderhouden.
  • Optreden voor mensen of rechtstreeks met het publiek omgaan. Dit omvat het bedienen van klanten in restaurants en winkels, en het ontvangen van cliënten of gasten.
  • Klachten afhandelen, geschillen beslechten en grieven en conflicten oplossen, of anderszins met anderen onderhandelen.

Inspecteur

Archetype 6 Inspector

Inspecteurs moeten goed zijn in:

  • Het schatten van afmetingen, afstanden en hoeveelheden; of het bepalen van de benodigde tijd, kosten, middelen of materialen voor het uitvoeren van een werkactiviteit.
  • Het observeren, ontvangen en anderszins verkrijgen van informatie uit alle relevante bronnen.
  • Het identificeren van informatie door te categoriseren, te schatten, verschillen of overeenkomsten te herkennen en veranderingen in omstandigheden of gebeurtenissen te detecteren.
  • Het inspecteren van apparatuur, constructies of materialen om de oorzaak van fouten of andere problemen of defecten te identificeren.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Vervoerspersoneel, met uitzondering van stewardessen

  • Assistentie verlenen bij het instappen aan ouderen, zieken of gewonden.
  • Deuren openen en sluiten voor passagiers.
  • Reageren op vragen, verzoeken of klachten van passagiers.
  • Veiligheidsprocedures en het gebruik van veiligheidsuitrusting uitleggen en demonstreren.
  • Vervoersbedrijven een seintje geven voor stoppen of doorrijden.
  • Tickets en stoelreserveringen tellen en verifiëren en het aantal in- en uitstappende passagiers registreren.
  • Passagiers begroeten die in het vervoersmiddel stappen en routes en haltes aankondigen.
  • Instapkaarten en overstappassen voor passagiers uitgeven en innen, tickets scheuren of stempelen indien nodig om hergebruik te voorkomen.
  • Klanten informatie verstrekken over routes, gates, prijzen, dienstregelingen, terminals of hallen.
  • Zitplaatsindelingen bepalen of faciliteren.
  • Raambekleding of zitkussens aanpassen op verzoek van passagiers.
  • Bagage vervoeren of vervoer coördineren tussen toegewezen kamers, terminals of perrons.
  • Passagiers vastzetten voor vervoer door veiligheidsgordels vast te maken of rolstoelen met banden vast te maken.