De meeste strategen zouden moeten uitblinken in:

• Het vaststellen van langetermijndoelen en het specificeren van de strategieën en acties om deze te bereiken.
• Het analyseren van informatie en het evalueren van resultaten om de beste oplossing te kiezen en problemen op te lossen.
• Het ontwikkelen van specifieke doelen en plannen om je werk te prioriteren, organiseren en uitvoeren.
• Het plannen van evenementen, programma’s en activiteiten, evenals het werk van anderen.

Elke beheerder zou moeten uitblinken in:

• Het verstrekken van informatie aan leidinggevenden, collega’s en ondergeschikten, evenals het communiceren met mensen buiten de organisatie, en het vertegenwoordigen van de organisatie bij klanten, het publiek, de overheid en andere externe bronnen. Deze informatie kan persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of per e-mail worden uitgewisseld.
• Het bijhouden van informatiebestanden en het verwerken van papierwerk.
• Het werven, interviewen, selecteren, aannemen en promoten van medewerkers binnen een organisatie, en hen ertoe aanzetten samen te werken om taken uit te voeren door wederzijds vertrouwen, respect en samenwerking te stimuleren en op te bouwen.

• Het opbouwen en onderhouden van relaties met andere instanties en organisaties in de gemeenschap om te voldoen aan de behoeften van de gemeenschap en om ervoor te zorgen dat diensten niet worden gedupliceerd.
• Het voorbereiden en bijhouden van verslagen en rapporten, zoals budgetten, personeelsdossiers of trainingshandleidingen.
• Het aansturen van activiteiten van professionele en technische stafleden en vrijwilligers.
• Het evalueren van de werkzaamheden van personeel en vrijwilligers om ervoor te zorgen dat programma’s van de juiste kwaliteit zijn en dat middelen effectief worden gebruikt.
• Het vaststellen en toezicht houden op administratieve procedures om te voldoen aan doelstellingen die zijn vastgesteld door raden van bestuur of het senior management.
• Het deelnemen aan het bepalen van het organisatiebeleid met betrekking tot kwesties zoals de geschiktheid van deelnemers, programmavereisten en programmavoordelen.
• Het onderzoeken en analyseren van de behoeften van leden of de gemeenschap om de richting en doelen van de programma’s te bepalen.
• Het spreken met gemeenschapsgroepen om de doelen, programma’s en het beleid van de instantie uit te leggen en te interpreteren.