Mentor

Archetype 2 Mentor

Van elke mentor wordt verwacht dat hij/zij goed presteert in:

  • Het identificeren van de ontwikkelingsbehoeften van anderen en het coachen, begeleiden of anderszins helpen van anderen om hun kennis of vaardigheden te verbeteren.
  • Het bieden van begeleiding en sturing aan ondergeschikten, inclusief het stellen van prestatienormen en het monitoren van prestaties.
  • Het overtuigen van anderen om een ​​idee te accepteren of om anderszins van gedachten te veranderen of te handelen in overeenstemming met de bedrijfsdoelstellingen.
  • Het identificeren van de opleidingsbehoeften van anderen, het ontwikkelen van formele opleidings- of trainingsprogramma’s of -lessen, en het lesgeven of instrueren van anderen.

Beheerder

Archetype 1 Administrator

Elke beheerder zou moeten uitblinken in:

  • Het verstrekken van informatie aan leidinggevenden, collega’s en ondergeschikten, evenals het communiceren met mensen buiten de organisatie, en het vertegenwoordigen van de organisatie bij klanten, het publiek, de overheid en andere externe bronnen. Deze informatie kan persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of per e-mail worden uitgewisseld.
  • Het bijhouden van informatiebestanden en het verwerken van papierwerk.
  • Het werven, interviewen, selecteren, aannemen en promoten van medewerkers binnen een organisatie, en hen ertoe aanzetten samen te werken om taken uit te voeren door wederzijds vertrouwen, respect en samenwerking te stimuleren en op te bouwen.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Instructieontwerpers en technologen

  • Observeren en feedback geven op instructietechnieken, presentatiemethoden of instructiehulpmiddelen.
  • Instructiemateriaal bewerken, zoals boeken, simulatieoefeningen, lesplannen, handleidingen voor docenten en toetsen.
  • Meetinstrumenten ontwikkelen voor het evalueren van de effectiviteit van instructie- of trainingsinterventies.
  • Instructiemateriaal ontwikkelen, zoals lesplannen, uitdeelmateriaal of examens.
  • Instructie-, leer- of prestatiedoelstellingen definiëren.
  • De effectiviteit en efficiëntie van instructie beoordelen op basis van het gebruiksgemak van instructietechnologie en het leren, de kennisoverdracht en de tevredenheid van studenten.
  • Prestatiegegevens analyseren om de effectiviteit van instructiesystemen, cursussen of instructiematerialen te bepalen.
  • Opkomende instructietechnologieën of -methoden onderzoeken en evalueren.
  • Instructiemethoden aanbevelen, zoals individueel of groepsinstructie, zelfstudie, lezingen, demonstraties, simulatieoefeningen en rollenspellen, die geschikt zijn voor de inhoud en de kenmerken van de leerling.