Ze observeren, onderzoeken en interpreteren astronomische verschijnselen om hun basiskennis te vergroten of om deze informatie toe te passen op praktische problemen.

Ze voeren onderzoek uit dat zich richt op het begrijpen van menselijke ziekten en het verbeteren van de menselijke gezondheid. Ze houden zich bezig met klinisch onderzoek, onderzoek en ontwikkeling, of andere gerelateerde activiteiten. Hieronder vallen artsen, tandartsen, specialisten in de volksgezondheid, farmacologen en medisch pathologen die zich voornamelijk bezighouden met onderzoek.

Ze onderzoeken en beschrijven de determinanten en de verspreiding van ziekten, beperkingen of gezondheidsresultaten. Ze ontwikkelen middelen voor preventie en bestrijding.

Ze beheren openbare en particuliere bosgebieden voor economische, recreatieve en natuurbehoudsdoeleinden. Ze inventariseren het type, de hoeveelheid en de locatie van staand hout, schatten de waarde ervan, onderhandelen over de aankoop en stellen contracten op voor de aanschaf ervan. Ze bepalen hoe de leefgebieden van wilde dieren kunnen worden beschermd en hoe milieuregels kunnen worden nageleefd.

Zij plannen of ontwikkelen gecoördineerde werkwijzen voor bodemerosiebestrijding, bodem- of waterbehoud of verstandig landgebruik.

Ze onderzoeken en bestuderen de overerving van eigenschappen op moleculair, organisme- of populatieniveau. Ze evalueren of behandelen patiënten met genetische aandoeningen.

Ze onderzoeken en bestuderen celmoleculen en organellen om de celfunctie en -organisatie te begrijpen.

Ze bestuderen de chemische samenstelling of fysische principes van levende cellen en organismen, hun elektrische en mechanische energie, en gerelateerde verschijnselen. Ze doen onderzoek naar de combinaties en reacties die betrokken zijn bij metabolisme, voortplanting, groei en erfelijkheid. Ze bepalen de effecten van voedingsmiddelen, geneesmiddelen, serums, hormonen en andere stoffen op levende organismen.

Ze doen onderzoek naar veredeling, fysiologie, productie, opbrengst en beheer van gewassen en landbouwplanten, bomen, struiken en boomkwekerijproducten, hun groei in de bodem en de bestrijding van plagen. Ze bestuderen de chemische, fysische, biologische en mineralogische samenstelling van de bodem. Ze bestuderen alternatieve methoden voor de bodem- en gewasproductiviteit.

Ze gebruiken scheikunde, microbiologie, techniek en wetenschap om de verwerking en het bederf van voedsel te bestuderen. Ze analyseren de samenstelling van voedsel om de gehaltes aan vitaminen, vetten, suikers en eiwitten te bepalen. Ze ontdekken nieuwe voedselbronnen en manieren om bewerkte voedingsmiddelen veilig, smakelijk en gezond te maken. Ze bepalen de beste manieren om voedsel te verwerken, verpakken, conserveren, bewaren en distribueren.