Technicus

Archetype 11 Technician

Technici krijgen vaak de volgende taken:

  • Het verstrekken van documentatie, gedetailleerde instructies, tekeningen of specificaties om anderen te informeren over hoe apparaten, onderdelen, apparatuur of structuren moeten worden gefabriceerd, gebouwd, geassembleerd, aangepast, onderhouden of gebruikt.
  • Het gebruiken van computers en computersystemen (inclusief hardware en software) om te programmeren, software te schrijven, functies in te stellen, gegevens in te voeren of informatie te verwerken.
  • Het onderhouden, repareren, kalibreren, regelen, afstellen of testen van machines, apparaten en apparatuur die voornamelijk werken op basis van elektrische of elektronische (niet mechanische) principes.

Inspecteur

Archetype 6 Inspector

Inspecteurs moeten goed zijn in:

  • Het schatten van afmetingen, afstanden en hoeveelheden; of het bepalen van de benodigde tijd, kosten, middelen of materialen voor het uitvoeren van een werkactiviteit.
  • Het observeren, ontvangen en anderszins verkrijgen van informatie uit alle relevante bronnen.
  • Het identificeren van informatie door te categoriseren, te schatten, verschillen of overeenkomsten te herkennen en veranderingen in omstandigheden of gebeurtenissen te detecteren.
  • Het inspecteren van apparatuur, constructies of materialen om de oorzaak van fouten of andere problemen of defecten te identificeren.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Monteurs van bussen en vrachtwagens en specialisten in dieselmotoren

  • Diagnostiseren en repareren van verwarmings- en koelsystemen van voertuigen.
  • Afstellen of repareren van computergestuurde uitlaatgasemissie-apparaten.
  • Onderhouden of repareren van voertuigen met alternatieve brandstofsystemen, waaronder biodiesel-, hybride of aardgasvoertuigen.
  • Voertuigemissies meten om te bepalen of deze binnen acceptabele grenzen liggen.
  • Accessoires installeren of repareren.
  • Stoelen, deuren of ramen repareren of afstellen.
  • Remsystemen, stuurmechanismen, wiellagers en andere belangrijke onderdelen inspecteren om te garanderen dat ze in goede bedrijfsomstandigheden verkeren.
  • Routineonderhoud uitvoeren, zoals olie verversen, accu’s controleren en apparatuur en machines smeren.
  • Remmen afstellen en opnieuw uitlijnen, wielen uitlijnen, bouten en schroeven aandraaien en apparatuur weer monteren.
  • Vrachtwagens, bussen en zware onderdelen of apparatuur opkrikken met hydraulische krikken of takels.
  • Rijden met vrachtwagens en bussen testen om storingen te diagnosticeren of om te garanderen dat ze goed werken.