Mediator

Archetype 7 Mediator

Mediators moeten in staat zijn om:

  • Persoonlijke hulp, medische zorg, emotionele steun of andere persoonlijke zorg te bieden aan anderen, zoals collega’s, klanten of patiënten.
  • Constructieve en coöperatieve werkrelaties met anderen op te bouwen en deze in de loop van de tijd te onderhouden.
  • Optreden voor mensen of rechtstreeks met het publiek omgaan. Dit omvat het bedienen van klanten in restaurants en winkels, en het ontvangen van cliënten of gasten.
  • Klachten afhandelen, geschillen beslechten en grieven en conflicten oplossen, of anderszins met anderen onderhandelen.

Supervisor

Archetype 10 Supervisor

Elke supervisor zou moeten uitblinken in:

  • Het monitoren en beoordelen van informatie uit materialen, gebeurtenissen of de omgeving.
  • Het detecteren of beoordelen van reële of potentiële problemen.
  • Het monitoren en controleren van middelen en het toezicht houden op de besteding van geld.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Intensieve zorgverpleegkundigen

  • Het identificeren van de leeftijdsgebonden behoeften van patiënten en het aanpassen van zorgplannen indien nodig om aan die behoeften te voldoen.
  • Het evalueren van de vitale functies of laboratoriumgegevens van patiënten om de behoeften aan noodinterventies te bepalen.
  • Het toedienen van bloed en bloedproducten, het monitoren van patiënten op tekenen en symptomen die verband houden met transfusiereacties.
  • Het toedienen van medicijnen intraveneus, door injectie, oraal, via maagsondes of op andere manieren.
  • Het opkomen voor de behoeften van patiënten en hun families, of het bieden van emotionele steun aan patiënten en hun families.
  • Het installeren en monitoren van medische apparatuur en apparaten, zoals hartmonitors, mechanische beademingsapparatuur en alarmen, zuurstoftoedieningsapparaten, transducers of druklijnen.
  • Het monitoren van de vochtinname en -output van patiënten om opkomende problemen te detecteren, zoals vocht- en elektrolytenonevenwichtigheden.
  • Het monitoren van patiënten op veranderingen in status en indicaties van aandoeningen zoals sepsis of shock en het instellen van passende interventies.
  • Het beoordelen van het pijnniveau of de sedatievereisten van patiënten.