Ze gebruiken handlas- of snijbrandapparatuur om metalen onderdelen te lassen of te verbinden, of om gaten, inkepingen of naden in bewerkte metalen producten te vullen.

Ze maken of vormen kernen of mallen van was of zand die gebruikt worden bij de productie van metalen gietstukken in gieterijen.

Zij bedienen computergestuurde machines of robots om een of meerdere machinefuncties uit te voeren op werkstukken van metaal of kunststof.

Ze installeren en bedienen apparatuur die ingrediënten mengt of vloeibaar maakt die worden gebruikt bij de productie van voedselproducten. Voorbeelden hiervan zijn snoep- en kaasmakers.

Ze gebruiken hun handen of handgereedschap om vlees, gevogelte en zeevruchten te snijden en bij te snijden.

Ze mengen en bakken ingrediënten om brood, broodjes, koekjes, cakes, taarten, gebak en andere bakwaren te produceren.

Ze lamineren lagen glasvezel op mallen om bootdekken en rompen, carrosserieën voor golfkarretjes, auto's en andere producten te maken.

Zij monteren of modificeren elektrische of elektronische apparatuur, zoals computers, testapparatuur, telemetersystemen, elektromotoren en batterijen.

Zij assembleren, monteren, bevestigen en installeren onderdelen van vliegtuigen, ruimtevaartuigen of raketten, zoals staarten, vleugels, romp, schotten, stabilisatoren, landingsgestellen, tuigage en besturingsapparatuur of verwarmings- en ventilatiesystemen.

Ze helpen installatie-, onderhouds- en reparatiemedewerkers bij het onderhoud, de vervanging van onderdelen en de reparatie van voertuigen, industriële machines en elektrische en elektronische apparatuur. Ze voeren taken uit zoals het verstrekken van gereedschap, materialen en benodigdheden aan andere medewerkers; het schoonmaken van de werkruimte, machines en gereedschappen; en het bewaren van materialen of gereedschap voor andere medewerkers.