Ambachtsman

Archetype 9 Artisan

Grote ambachtslieden zijn doorgaans in staat om:

  • Handen en armen te gebruiken bij het hanteren, installeren, positioneren en verplaatsen van materialen.
  • Nauwkeurig en vakkundig kleine voorwerpen te manipuleren.
  • Actief en proactief te zijn bij fysieke activiteiten waarbij u uw armen en benen intensief moet gebruiken en uw hele lichaam moet bewegen, zoals klimmen, tillen, balanceren, lopen, bukken en het hanteren van materialen.

Mediator

Archetype 7 Mediator

Mediators moeten in staat zijn om:

  • Persoonlijke hulp, medische zorg, emotionele steun of andere persoonlijke zorg te bieden aan anderen, zoals collega’s, klanten of patiënten.
  • Constructieve en coöperatieve werkrelaties met anderen op te bouwen en deze in de loop van de tijd te onderhouden.
  • Optreden voor mensen of rechtstreeks met het publiek omgaan. Dit omvat het bedienen van klanten in restaurants en winkels, en het ontvangen van cliënten of gasten.
  • Klachten afhandelen, geschillen beslechten en grieven en conflicten oplossen, of anderszins met anderen onderhandelen.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Voedselservers, niet-restaurant

  • Het toezicht houden op de voedseldistributie, ervoor zorgen dat maaltijden bij de juiste ontvangers terechtkomen en dat de richtlijnen, zoals die voor speciale diëten, worden gevolgd.
  • Het schoonmaken of steriliseren van borden, keukengerei, apparatuur of faciliteiten.
  • Het plaatsen van voedselporties op borden of dienbladen volgens bestellingen of instructies.
  • Het vullen van dienbladen met accessoires zoals bestek, servetten of specerijen.
  • Het opnemen van voedselbestellingen en het doorgeven van bestellingen aan keukens of serveerbalies zodat deze kunnen worden bijgevuld.
  • Het bevoorraden van servicestations met items, zoals ijs, servetten of rietjes.
  • Het verwijderen van dienbladen en het stapelen van schalen om ze terug te zetten in de keuken nadat de maaltijden zijn afgelopen.
  • Het bereiden van voedselproducten, zoals sandwiches, salades, soepen of dranken.
  • Het toezicht houden op voedselbereidings- of serveertechnieken om ervoor te zorgen dat de juiste procedures worden gevolgd.
  • Het dragen van voedsel, bestek of linnen op dienbladen of het gebruiken van karretjes voor het dragen van dienbladen.
  • Het bepalen waar patiënten of gasten hun maaltijden het liefst willen eten en hen helpen zich te vestigen.