Inspecteur

Archetype 6 Inspector

Inspecteurs moeten goed zijn in:

  • Het schatten van afmetingen, afstanden en hoeveelheden; of het bepalen van de benodigde tijd, kosten, middelen of materialen voor het uitvoeren van een werkactiviteit.
  • Het observeren, ontvangen en anderszins verkrijgen van informatie uit alle relevante bronnen.
  • Het identificeren van informatie door te categoriseren, te schatten, verschillen of overeenkomsten te herkennen en veranderingen in omstandigheden of gebeurtenissen te detecteren.
  • Het inspecteren van apparatuur, constructies of materialen om de oorzaak van fouten of andere problemen of defecten te identificeren.

Supervisor

Archetype 10 Supervisor

Elke supervisor zou moeten uitblinken in:

  • Het monitoren en beoordelen van informatie uit materialen, gebeurtenissen of de omgeving.
  • Het detecteren of beoordelen van reële of potentiële problemen.
  • Het monitoren en controleren van middelen en het toezicht houden op de besteding van geld.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Verpleegassistenten

  • Het toedienen van medicijnen of behandelingen, zoals katheterisaties, zetpillen, irrigaties, klysma’s, massages of douches, zoals voorgeschreven door een arts of verpleegkundige.
  • Het aanbrengen van gereinigde verbanden; draagdoeken, kousen of ondersteunende verbanden, onder leiding van een verpleegkundige of arts.
  • Het assisteren van verpleegkundigen of artsen bij het bedienen van medische apparatuur of het verlenen van patiëntenzorg.
  • Het verschonen van beddengoed of het opmaken van bedden.
  • Het schoonmaken en ontsmetten van patiëntenkamers, badkamers, onderzoekskamers of andere patiëntenruimtes.
  • Het verzamelen van monsters, zoals urine, ontlasting of sputum.
  • Het communiceren met patiënten om hun gevoelens of hun behoefte aan hulp of sociale en emotionele ondersteuning te achterhalen.
  • Het documenteren of op andere wijze rapporteren van observaties van patiëntgedrag, klachten of fysieke symptomen aan verpleegkundigen.
  • Het voeden van patiënten of het helpen van patiënten met eten of drinken.
  • Het meten en registreren van de inname van voedsel en vloeistoffen of de urine- en ontlastingsproductie, het rapporteren van veranderingen aan medisch of verpleegkundig personeel.