Controller

Archetype 4 Controller

Van controllers wordt verwacht dat ze goed zijn in:

  • Het bedienen van productiesystemen door middel van besturingsmechanismen of directe fysieke activiteit.
  • Het werken met handbediende industriële machines en elektrisch gereedschap.
  • Het bedienen van knoppen, hendels en fysieke of aanraakgevoelige knoppen in industriële apparaten.
  • Het besturen, manoeuvreren, navigeren of besturen van voertuigen of gemechaniseerde apparatuur, zoals vorkheftrucks, personenauto’s, vliegtuigen of vaartuigen.

Supervisor

Archetype 10 Supervisor

Elke supervisor zou moeten uitblinken in:

  • Het monitoren en beoordelen van informatie uit materialen, gebeurtenissen of de omgeving.
  • Het detecteren of beoordelen van reële of potentiële problemen.
  • Het monitoren en controleren van middelen en het toezicht houden op de besteding van geld.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Locomotiefingenieurs

  • Het bewaken van meters of meters voor het meten van snelheid, stroomsterkte, batterijladingen of luchtdruk in remleidingen of in hoofdreservoirs.
  • Het observeren van sporen om obstakels te detecteren.
  • Het interpreteren van de treinopdrachten, signalen of spoorwegregels en -voorschriften die de werking van locomotieven regelen.
  • Het ontvangen van startsignalen van conducteurs en het gebruiken van bedieningselementen zoals gashendels of luchtremmen voor het aandrijven van elektrische, dieselelektrische, stoom- of gasturbine-elektrische locomotieven.
  • Overleggen met conducteurs of personeel van verkeersregelcentra via radiotelefoons voor het verstrekken of ontvangen van informatie over stops, vertragingen of tegemoetkomende treinen.
  • Het bedienen van locomotieven voor het vervoeren van vracht of passagiers tussen stations of voor het monteren of demonteren van treinen op rangeerterreinen.
  • Reageren op noodsituaties of storingen, volgens de toepasselijke veiligheidsprocedures en -regels.
  • Het omroepen van de treinsignalen aan assistenten om de betekenis ervan te verifiëren.
  • Het inspecteren van locomotieven, het verifiëren van voldoende brandstoffen, zand, water of andere benodigdheden vóór het rijden of het controleren op mechanische problemen.