Controller

Archetype 4 Controller

Van controllers wordt verwacht dat ze goed zijn in:

  • Het bedienen van productiesystemen door middel van besturingsmechanismen of directe fysieke activiteit.
  • Het werken met handbediende industriële machines en elektrisch gereedschap.
  • Het bedienen van knoppen, hendels en fysieke of aanraakgevoelige knoppen in industriële apparaten.
  • Het besturen, manoeuvreren, navigeren of besturen van voertuigen of gemechaniseerde apparatuur, zoals vorkheftrucks, personenauto’s, vliegtuigen of vaartuigen.

Inspecteur

Archetype 6 Inspector

Inspecteurs moeten goed zijn in:

  • Het schatten van afmetingen, afstanden en hoeveelheden; of het bepalen van de benodigde tijd, kosten, middelen of materialen voor het uitvoeren van een werkactiviteit.
  • Het observeren, ontvangen en anderszins verkrijgen van informatie uit alle relevante bronnen.
  • Het identificeren van informatie door te categoriseren, te schatten, verschillen of overeenkomsten te herkennen en veranderingen in omstandigheden of gebeurtenissen te detecteren.
  • Het inspecteren van apparatuur, constructies of materialen om de oorzaak van fouten of andere problemen of defecten te identificeren.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Locomotiefhulpen

  • Olie-, temperatuur- en drukmeters op het dashboard in de gaten houden om te bepalen of de motoren veilig en efficiënt werken.
  • De sporen vanaf de linkerkant van locomotieven observeren om obstakels op de sporen te detecteren.
  • De treinsignalen langs de routes observeren en de betekenis ervan voor machinisten verifiëren.
  • Signalen ontvangen van werknemers achterin de treinen en die informatie doorgeven aan de machinisten.
  • Andere werknemers seinen geven voor het inschakelen van remmen en voor het omzetten van wissels op de sporen bij het wisselen van wagons van treinen naar tussenstations.
  • Controleren of de treinen zijn uitgerust met voorraden zoals brandstof, water en zand.
  • Locomotieven inspecteren op beschadigde of versleten onderdelen.
  • Locomotieven bedienen in noodsituaties.
  • Dieselmotoren starten om de motoren op te warmen voor ze gaan rijden.