Controller

Archetype 4 Controller

Van controllers wordt verwacht dat ze goed zijn in:

  • Het bedienen van productiesystemen door middel van besturingsmechanismen of directe fysieke activiteit.
  • Het werken met handbediende industriële machines en elektrisch gereedschap.
  • Het bedienen van knoppen, hendels en fysieke of aanraakgevoelige knoppen in industriële apparaten.
  • Het besturen, manoeuvreren, navigeren of besturen van voertuigen of gemechaniseerde apparatuur, zoals vorkheftrucks, personenauto’s, vliegtuigen of vaartuigen.

Ambachtsman

Archetype 9 Artisan

Grote ambachtslieden zijn doorgaans in staat om:

  • Handen en armen te gebruiken bij het hanteren, installeren, positioneren en verplaatsen van materialen.
  • Nauwkeurig en vakkundig kleine voorwerpen te manipuleren.
  • Actief en proactief te zijn bij fysieke activiteiten waarbij u uw armen en benen intensief moet gebruiken en uw hele lichaam moet bewegen, zoals klimmen, tillen, balanceren, lopen, bukken en het hanteren van materialen.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Constructiemetaalbewerkers en monteurs

  • Het positioneren, uitlijnen, passen en lassen van onderdelen voor het vormen van voltooide eenheden of subeenheden, volgens blauwdrukken en lay-outspecificaties en met behulp van mallen, lastoortsen en handgereedschap.
  • Het verifiëren van de conformiteit van werkstukken met specificaties, met behulp van winkelhaken, linialen en meetlinten.
  • Het vastnieten of lassen van gemonteerde onderdelen.
  • Het uitleggen en onderzoeken van metalen voorraden of werkstukken die bewerkt moeten worden om ervoor te zorgen dat aan de specificaties wordt voldaan.
  • Het uitlijnen en passen van onderdelen volgens specificaties, met behulp van krikken, spanschroeven, wiggen, drijfpennen, koevoeten en hamers.
  • Het lokaliseren en markeren van buig- en snijlijnen van werkstukken, rekening houdend met de dikte van de voorraden, krimp van de machine en het lassen, en andere componentspecificaties.
  • Het positioneren of vastdraaien van beugels, krikken, klemmen, touwen of boutbanden, of het vastschroeven van onderdelen op hun posities voor lassen of klinken.
  • Het bestuderen van technische tekeningen en blauwdrukken om de materiaalvereisten en taakvolgordes te bepalen.
  • Het handmatig of met takels of kranen.