Controller

Archetype 4 Controller

Van controllers wordt verwacht dat ze goed zijn in:

  • Het bedienen van productiesystemen door middel van besturingsmechanismen of directe fysieke activiteit.
  • Het werken met handbediende industriële machines en elektrisch gereedschap.
  • Het bedienen van knoppen, hendels en fysieke of aanraakgevoelige knoppen in industriële apparaten.
  • Het besturen, manoeuvreren, navigeren of besturen van voertuigen of gemechaniseerde apparatuur, zoals vorkheftrucks, personenauto’s, vliegtuigen of vaartuigen.

Technicus

Archetype 11 Technician

Technici krijgen vaak de volgende taken:

  • Het verstrekken van documentatie, gedetailleerde instructies, tekeningen of specificaties om anderen te informeren over hoe apparaten, onderdelen, apparatuur of structuren moeten worden gefabriceerd, gebouwd, geassembleerd, aangepast, onderhouden of gebruikt.
  • Het gebruiken van computers en computersystemen (inclusief hardware en software) om te programmeren, software te schrijven, functies in te stellen, gegevens in te voeren of informatie te verwerken.
  • Het onderhouden, repareren, kalibreren, regelen, afstellen of testen van machines, apparaten en apparatuur die voornamelijk werken op basis van elektrische of elektronische (niet mechanische) principes.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Computergestuurde machineprogrammeurs voor metaal en kunststof

  • Het bepalen van de volgorde van machinebewerkingen en het selecteren van de juiste snijgereedschappen die nodig zijn om werkstukken in de gewenste vormen te bewerken.
  • Het herzien van programma’s of tapes om fouten te elimineren en het opnieuw testen van programma’s om te controleren of problemen zijn opgelost.
  • Het analyseren van werkorders, tekeningen, blauwdrukken, specificaties, films met printplaatpatronen en ontwerpgegevens voor het berekenen van afmetingen, gereedschapsselectie, machinesnelheden en laadsnelheden.
  • Het bepalen van referentiepunten, snijpaden van machines of gatlocaties en het berekenen van hoekige en lineaire afmetingen, stralen en krommingen.
  • Het observeren van machines tijdens proefdraaien of het uitvoeren van computersimulaties om te garanderen dat programma’s en machines goed functioneren en items produceren die aan de specificaties voldoen.
  • Het invoeren van coördinaten van gatlocaties in programmageheugens door pedalen of knoppen van programmeurs in te drukken.
  • Het schrijven van programma’s in de taal van de controller van een machine en het opslaan van programma’s op media zoals ponsbanden, magneetbanden of schijven.