Strateeg

Archetype 8 Strategist

De meeste strategen zouden moeten uitblinken in:

  • Het vaststellen van langetermijndoelen en het specificeren van de strategieën en acties om deze te bereiken.
  • Het analyseren van informatie en het evalueren van resultaten om de beste oplossing te kiezen en problemen op te lossen.
  • Het ontwikkelen van specifieke doelen en plannen om je werk te prioriteren, organiseren en uitvoeren.
  • Het plannen van evenementen, programma’s en activiteiten, evenals het werk van anderen.

Inspecteur

Archetype 6 Inspector

Inspecteurs moeten goed zijn in:

  • Het schatten van afmetingen, afstanden en hoeveelheden; of het bepalen van de benodigde tijd, kosten, middelen of materialen voor het uitvoeren van een werkactiviteit.
  • Het observeren, ontvangen en anderszins verkrijgen van informatie uit alle relevante bronnen.
  • Het identificeren van informatie door te categoriseren, te schatten, verschillen of overeenkomsten te herkennen en veranderingen in omstandigheden of gebeurtenissen te detecteren.
  • Het inspecteren van apparatuur, constructies of materialen om de oorzaak van fouten of andere problemen of defecten te identificeren.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Luchtverkeersleiders

  • Het uitgeven van vergunningen of instructies voor landen en opstijgen.
  • Het monitoren of sturen van de beweging van vliegtuigen binnen een toegewezen luchtruim of op de grond op luchthavens om vertragingen te minimaliseren en de veiligheid te maximaliseren.
  • Het monitoren van vliegtuigen binnen een specifiek luchtruim met behulp van radar, computerapparatuur of visuele referenties.
  • Het informeren van piloten over vliegtuigen in de buurt of over potentieel gevaarlijke omstandigheden, zoals het weer, de snelheid en windrichting, of zichtproblemen.
  • Het verstrekken van wijzigingen in vliegroutes of aanwijzingen naar noodlandingsplaatsen voor piloten die reizen bij slecht weer of in noodsituaties.
  • Het waarschuwen van hulpdiensten op de luchthaven in noodgevallen of wanneer vliegtuigen problemen ondervinden.
  • Het begeleiden van piloten naar start- en landingsbanen wanneer er ruimte beschikbaar is of hen instructies geven om een verkeerspatroon te handhaven totdat er ruimte is om te landen.
  • Het overdragen van de besturing van vertrekkende vluchten aan verkeersleidingscentra en het accepteren van de besturing van aankomende vluchten.
  • Het begeleiden van grondverkeer, inclusief taxiënde vliegtuigen, onderhouds- of bagagevoertuigen of luchthavenmedewerkers.