Controller

Archetype 4 Controller

Van controllers wordt verwacht dat ze goed zijn in:

  • Het bedienen van productiesystemen door middel van besturingsmechanismen of directe fysieke activiteit.
  • Het werken met handbediende industriële machines en elektrisch gereedschap.
  • Het bedienen van knoppen, hendels en fysieke of aanraakgevoelige knoppen in industriële apparaten.
  • Het besturen, manoeuvreren, navigeren of besturen van voertuigen of gemechaniseerde apparatuur, zoals vorkheftrucks, personenauto’s, vliegtuigen of vaartuigen.

Supervisor

Archetype 10 Supervisor

Elke supervisor zou moeten uitblinken in:

  • Het monitoren en beoordelen van informatie uit materialen, gebeurtenissen of de omgeving.
  • Het detecteren of beoordelen van reële of potentiële problemen.
  • Het monitoren en controleren van middelen en het toezicht houden op de besteding van geld.

Overige Werkzaamheden gerelateerd aan Exploitanten van elektriciteitscentrales

  • Het bewaken van de apparatuur en indicatoren van energiecentrales voor het detecteren van bewijs van operationele problemen.
  • Het aanpassen van regelingen voor het opwekken van specifieke elektrische energie of voor het regelen van de stroomstroom tussen opwekkingsstations en onderstations.
  • Het regelen van apparatuur voor het opwekken van elektriciteit, waaronder boilers, turbines, generatoren of reactoren, met behulp van regelpanelen of semi-automatische apparatuur.
  • Het regelen van de werking en omstandigheden van apparatuur, zoals waterstanden, op basis van instrumentgegevens of van computers.
  • Het starten of stoppen van generatoren, hulppompen, turbines of andere apparatuur van energiecentrales indien nodig.
  • Het inspecteren van registers of logboekvermeldingen of het communiceren met personeel van de centrale voor het beoordelen van de operationele status van de apparatuur.
  • Het regelen of onderhouden van hulpapparatuur, zoals pompen, ventilatoren, compressoren, condensors, voedingswaterverwarmers, filters of chloorgeneratoren, voor het leveren van water, brandstof, smeermiddelen, lucht of hulpenergie.
  • Het reinigen, smeren of onderhouden van apparatuur, zoals generatoren, turbines, pompen of compressoren, ter voorkoming van storingen of achteruitgang.