Analysers voeren vaak de volgende taken uit:

• Het identificeren van de onderliggende principes, redenen of feiten van informatie door informatie of data op te splitsen in afzonderlijke delen.
• Het gebruiken van relevante informatie en individueel oordeel om te bepalen of gebeurtenissen of processen voldoen aan wetten, regelgeving of normen.
• Het beoordelen van de waarde, het belang of de kwaliteit van zaken of mensen.
• Het compileren, coderen, categoriseren, berekenen, tabelleren, auditen of verifiëren van informatie of data.

Inspecteurs moeten goed zijn in:

• Het schatten van afmetingen, afstanden en hoeveelheden; of het bepalen van de benodigde tijd, kosten, middelen of materialen voor het uitvoeren van een werkactiviteit.
• Het observeren, ontvangen en anderszins verkrijgen van informatie uit alle relevante bronnen.
• Het identificeren van informatie door te categoriseren, te schatten, verschillen of overeenkomsten te herkennen en veranderingen in omstandigheden of gebeurtenissen te detecteren.
• Het inspecteren van apparatuur, constructies of materialen om de oorzaak van fouten of andere problemen of defecten te identificeren.

• Het presenteren van bevindingen uit archeologisch onderzoek aan collega’s en het grote publiek.
• Het schrijven, presenteren en publiceren van rapporten voor het vastleggen van de geschiedenis van de vindplaats, methodologie en resultaten van artefactanalyse, samen met aanbevelingen voor het bewaren en interpreteren van bevindingen.
• Het vergelijken van bevindingen van één vindplaats met archeologische gegevens van andere vindplaatsen om overeenkomsten of verschillen te vinden.
• Het onderzoeken, opmeten of beoordelen van vindplaatsen van vroegere samenlevingen en culturen op zoek naar antwoorden op specifieke onderzoeksvragen.
• Het bestuderen van objecten en structuren die door opgravingen zijn gevonden om ze te identificeren, dateren en authenticeren en om hun betekenis te interpreteren.
• Het ontwikkelen en testen van theorieën over de oorsprong en ontwikkeling van vroegere culturen.
• Het raadplegen van vindplaatsrapporten, bestaande artefacten en topografische kaarten om archeologische vindplaatsen te identificeren.
• Het maken van een raster van elke vindplaats en het tekenen en bijwerken van kaarten van eenheidsprofielen, stratumoppervlakken, kenmerken en bevindingen.